ALS DEZE MUZIKANTEN IETS GOED KUNNEN IS HET WEL OP EEN GEWELDIGE MANIER OP HUN PLAAT GAAN
Wie een uur voor aanvang vanuit de coulissen de warming-up bekijkt van muziektheaterband Släpstick, ziet geen strijkers hun snaren stemmen of blazers hun lippen om het koperwerk krullen. Deze aan het conservatorium opgeleide muzikanten rennen in de theaterzaal de trappen op en af, doen tientallen push-ups, de een nog fanatieker dan de ander. En ze trekken zich veelvuldig op aan de manteau, de omlijsting van het podium die schuilgaat achter het theaterdoek. ‘We blijven in ons hart een stelletje competitieve pubers’, zegt oprichter Rogier Bosman (47), die als componist en arrangeur de meeste composities voor de groep schrijft. ‘Als de een iets kan, wil de ander dat ook kunnen.’
Hun bonte verzameling instrumenten – van banjo en pianola tot glasharp en concertina – wacht geduldig tot de toneelmeester het sein geeft: ‘Vijf minuten voor aanvang!’. Dan rekken de warmgelopen heren nog één keer hun stembanden op, strijken hun krulsnorren strak en checken hun verhoogde hartslag. Voilà, haal het doek maar op, de show kan beginnen.